Het poldermuseum, opgericht 1959, heeft als doel zowel het karakter als de geschiedenis van De Antwerpse Polders weer te geven en te bewaren. Tegenwoordig is het een volwaardig heemkundig museum. Er zijn 34 ingerichte stijlkamers (o.a. dorpscafé, bakkerij, winkel, klaslokaal) die een beeld geven van het leven in de verdwenen dorpen in De Antwerpse Polders. Ook is er een kamer ingericht die ingaat op het gansrijden.
In de jaren 1950 begon de grote groei van de Haven van Antwerpen. Verschillende dorpen (Wilmarsdonk, Oorderen, Oosterweel, Lillo) moesten plaatsmaken om deze groei te kunnen garanderen, aangezien Antwerpen het wereldcentrum voor de chemische industrie moest worden. Al snel vreesden de plaatselijke inwoners dat hun dorpen en gebruiken in de geschiedenisboeken en vergetelheid zouden verdwijnen. Daarom begonnen zij voorwerpen te verzamelen en deze vanaf 1959 onder te brengen in een poldermuseum gevestigd in Wilmarsdonk.
Toen ook Wilmarsdonk moest verdwijnen, werd de verzameling ondergebracht in een voormalige beschuitbakkerij in Lillo-Fort, waar het poldermuseum zich sinds 1963 bevindt.